- Op werkdagen voor 17.00 uur besteld, volgende dag in huis
- Gratis verzending vanaf 30 euro
- Bestellen per fles
- 11+1 korting bij 12 dezelfde flessen
Pinot Noir is een druif die zich niet gemakkelijk laat temmen. De druif vraagt veel van de wijnmaker en van de omgeving waarin ze groeit. Tegelijkertijd biedt ze iets unieks terug: verfijning, gelaagdheid en het vermogen om de plek van herkomst tastbaar te maken in geur en smaak.
In dit blog wordt stilgestaan bij drie benaderingen van Pinot Noir. Vanuit de Bourgogne (Frankrijk), waar de basis ligt. Vanuit Duitsland, waar Spätburgunder zich sterk ontwikkelt. En vanuit de Nieuwe Wereld, waar men andere keuzes maakt en nieuwe accenten legt. Wat gebeurt er met Pinot Noir als je haar elders aanplant? En wat zegt dat over de rol van klimaat, traditie en wijnstijl?
In de Bourgogne is Pinot Noir diepgeworteld in de cultuur. Hier wordt al eeuwen gewerkt met kleine wijngaarden, kalkrijke bodems en een klimaat dat elk jaar anders is. Wijnmakers in deze regio stellen zich vaak dienend op. Niet de maker, maar de plek moet spreken. De nadruk ligt op terroirexpressie: het idee dat een wijn iets vertelt over de grond, de ligging, het microklimaat.
De stijl is doorgaans licht van kleur, met aroma’s van rood fruit, aarde en soms een vleugje kruiden. Eikenhout wordt gebruikt, maar spaarzaam. De wijnen vragen aandacht en zijn niet gemaakt om meteen te imponeren, maar om te blijven boeien.
In Duitsland heet Pinot Noir Spätburgunder. De druif wordt er al lang verbouwd, maar pas sinds de laatste decennia zie je een duidelijke kwaliteitsverschuiving. Door klimaateffecten, betere druifselectie en moderne keldertechnieken zijn de wijnen frisser, preciezer en expressiever geworden.
De focus ligt op sappigheid, balans en frisheid. Duitse wijnmakers kiezen vaak voor roestvrijstalen vergisting, met minder invloed van hout. Daardoor blijft het fruit helder aanwezig. De stijl is vaak iets lichter dan Bourgogne, met een open karakter. Regio’s zoals Baden, Ahr en Pfalz leveren voorbeelden van Spätburgunder waarin zuiverheid en drinkbaarheid voorop staan.
Buiten Europa is Pinot Noir vooral te vinden in regio’s met een koeler klimaat. Denk aan Oregon, Californië en Nieuw-Zeeland. Hier zie je een andere benadering ontstaan. Er is minder traditie, maar meer ruimte om te experimenteren. De nadruk ligt vaak op fruit, toegankelijkheid en aroma.
In Oregon zie je een stijl die balanceert tussen Bourgogne en modern: elegant, met aardse tonen, maar ook rijp fruit. In Californië is het warmer, wat zorgt voor vollere wijnen met zachte tannines. In Nieuw-Zeeland, vooral in Central Otago, worden wijnen gemaakt met veel fris fruit, heldere zuren en een levendige kruidigheid.
De gemene deler is dat wijnmakers in deze regio’s de vrijheid nemen om hun eigen stijl te ontwikkelen. Niet gebonden aan tradities, maar wel met respect voor de kenmerken van de druif.
Pinot Noir laat zich op veel manieren benaderen. In de Bourgogne draait het om terroir en finesse. In Duitsland om helderheid en precisie. In de Nieuwe Wereld om expressie en vrijheid. Eén druif, drie richtingen, allemaal met hun eigen kwaliteit en karakter.
Voor wie wil ontdekken hoe deze verschillen uitpakken in het glas, is het interessant om zelf te vergelijken. Hieronder drie Pinot Noirs, elk uit een van de besproken regio’s:
Het verschil proef je pas echt als ze naast elkaar staan.
